“Kamers zijn zo volkomen verschillend. Ze zijn rustig, of vol lawaai; met een vrij uitzicht op zee, of kijken daarentegen uit op een binnenplaats van een gevangenis; ze hangen vol wasgoed, of pronken met zijden en opalen; zijn hard als paardehaar of zacht als veren – men hoeft maar een kamer binnen te gaan in wat voor straat ook, en je krijgt het hele ingewikkelde complex van vrouwelijkheid met kracht in je gezicht.”
Uit: A room of one’s own – Virginia Woolf