Het ‘B’

Morgen is het 22 november. Een datum die in mijn brein gegriefd staat. Op deze datum werd 61 jaar geleden, in 1963, John F.Kennedy vermoord. Ik was 9 jaar oud en diep geschokt. Het leven zou nooit meer hetzelfde zijn. Een ruw ingepland besef van wreedheid en diep gevoeld verdriet deed zijn intrede.
Morgen zal deze datum in een heel ander licht staan. Het licht van feest, van viering.
Het andere Damesmeisje doet officieel haar intrede in het domein van ‘De schijvers’. Een lang gekoesterde droom wordt werkelijkheid. Ik ben trots & blij en kijk met ontzag naar deze prestatie.

Maar nu gaan we wel erg snel. Even terug naar het ‘nu’, van donderdag 21 november.

We zullen elkaar ontmoeten in de geliefde kringloopwinkel, De Oprommer. Alle gsten van ‘de dijk’ weten ervan. Menig huishouden heeft er iets aan ‘over’ gehouden.
Het is koud en guur als ik de dijk afrijd. Natte sneeuwvlokken verstoppen de ruitenwissers. Ik moet stoppen om het raam sneeuw vrij te krijgen. Een snijdende noord westerstorm loeit. Een niet op tijd gezien appje van het Andere Damesmeisje kondigt aan: ik ga zo terug naar huis. Het is te erg’.
De Oprommer’ is ijskoud en stil. De beroemde Oprommer-Tineke is sacherijnig. “Het is gewoon zo een dag dat je niks wil. Hebben jullie dat nooit?” vraagt ze de Damesmeisjes. Beide lokale cafees zijn dicht. We kibbelen. Waar gaan we nu heen. Naar jouw huis of het mijne? De twintig kilometers die onze huizen scheiden zijn nu onoverbrugbaar ver.
Sacherijnig (ja, Tineke wij hebben daar ook wel eens last van) belanden we in een niet nader te benoemen stadje, en in een niet nader te benoemen snackbar annex ‘cafe’. Buiten klaart het op en van binnen ook.
We zijn de enige gasten, het personeel maakt het zich bij gebrek aan publiek plaatsvervangend gezellig. Niets van wat we bestellen blijkt op de kaart te staan. De rode wijn die we uiteindelijk geserveerd krijgen (in advocaatglaasjes) heeft zijn beste jaren gehad. Uiteindelijk wordt er toch een groentekroket gevonden. De Damesmeisjes zijn allang blij.
En dan…dan breekt het moment aan. Verpakt in een zwarte shawl ligt ‘het B’ op tafel.
‘Het B’ heeft gegeven, het heeft ook veel gekost. Maar nu ligt het er dan toch maar.
Ik blader het prachtige boek door en als ik dan toch op de bewuste pagina kom (eigenlijk wilde ik dit moment nog even uitstellen, als de persoonlijke kers op de taart), slaat mijn hart een keer over.
Voor me ligt, haast pagina groot, het portret van mijn jonge moeder, ‘De Indische Prinses”. Haar verhaal, het verhaal van mijn broer & mij en het grotere verhaal van alle mensen in dergelijke omstandigheden. Door het andere Damesmeisje verwoordt. Zoals zij nog veel meer ‘ongehoorde’ verhalen een stem geeft in dit boek.

Waarachtige verhalen.

De Indische prinses en ik kijken bewonderend toe.

Geef een reactie