HIER OOK!

Lief damesmeisje, vreemd toch hoe dingen kunnen gaan. Of misschien ook niet, zo gaat het wel vaker tussen ons. Ik dacht: ik moet nu eindelijk die blog eens schrijven! Over dat onthutsende Volkskrantartikel, maar waar had ik dat gelaten? Terwijl ik bezig was met zoeken kwam jouw verhaal binnen. Over de drummende vrouwen (leuk, maar ik zag ze niet?), maar vooral: over de verdwenen insecten. En juist daar wilde ik het over hebben. Toeval? Geen toeval!

Dat Volkskrantartikel verscheen in het magazine van 6 april. Het gaat over fotograaf Marlonneke Willemsen die wat blaadjes aan insecten gaf voor een fotoproject. ‘Ze richtte haar camera op de beklemmende sporen van een moeizame doodsstrijd.’ Wat volgt is een serie van 12 foto’s, steeds een plant met een insect. De plant leeft nog, het insect is dood. Een spitskool met een gestrekt koolwitje. Een cosmea met een treksprinkhaan, dood op zijn rug. Schapengras met een sprinkhaan, pootjes in de lucht. Een anjer met een huisjesslak, verdwenen in zijn schelp. Lavendel en dode krekel. Braam met een in elkaar gekrompen rups. Een vlinderstruik met weer een koolwitje. Dood. Sla met een naaktslak. Ook dood.

De fotografe was per ongeluk op het onderwerp gestuit. Ze wilde bladetende insecten grootbrengen voor een fotoproject. De beestjes moesten dus eten, en daarom had ze wat planten ingeslagen bij een tuincentrum. Maar de insecten waren na het eten ervan binnen een paar uur allemaal dood. Hoe kon dat? Had ze iets verkeerds gedaan? Ze probeerde het opnieuw, maar nu met planten uit de tuin en uit een biologisch tuincentrum. Alle insecten bleven leven. Het kwartje viel. De bestrijdingsmiddelen op de planten uit het tuincentrum bleken de grote boosdoener. ‘Die doen precies waar ze voor bedoeld zijn.’

Nou, lekker dan! Sinds ik dit gelezen en gezien heb, kan ik niet meer met een gerust hart in een tuincentrum lopen. Ik heb inmiddels niet alleen de potgrond in de ban gedaan vanwege de turf die er in zit, maar nu ook al die kleurige eenjarigen en al die verleidelijke vaste planten. Ze dragen weliswaar bij aan een mooie bloeiende tuin. Maar ze vermoorden meteen al het verdere leven. Ik begin er niet meer aan. En kadootjes als een bos bloemen of een pot met planten zijn ook uit den boze. Allemaal rotzooi! Nooit gedacht dat plastic bloemen misschien wel een beter alternatief zijn. Nou ja, plastic, laten we het daar maar niet over hebben. Best lastig, zo’n besluit, want hier in de omgeving zijn de biologische tuincentra met een lantaarntje te zoeken.

Toch, lief damesmeisje, is nog niet alles verloren. Hier, in mijn tuin, begint het langzamerhand een eldorado van wilde planten te worden. Gisteren zag ik voor de eerste keer een dagpauwoog. Van de week stapte een man met ladder pontificaal in het nectar-onder-het-mes veldje. Neeeeeee, wilde ik roepen, kijk uit. En toen zag ik het: een wolk van insecten steeg op, verstoord door al dat geweld. Dus ze zijn er nog, de insecten. Hier, in mijn tuin. Veel meer dan een paar jaar geleden. Het tij kan dus gekeerd. Het roer kan om. Blog – Klein
Lieve strijdbare groet vanuit het noordelijke wad.

Geef een reactie