Silent spring
Nog even wat schoonmaken, denk ik, voordat ik mijn blog ga schrijven en ik schrob de douchebak met anti schimmelspul. Ik was mijn handen met anti bacteriële zeep nadat ik de hond op vlooien heb gecheckt. Toch maar een kuurtje doen? Weg met die kriebelplaag. En zal ik alvast de anti-vliegen-plak-strook ophangen?
Onschuldige huishoudelijke taakjes.
Is dat zo?
De Franse buren hebben sinds kort vogeltjes. Het kooitje staat s avonds naast de televisie en nu naast de gedekte tafel in de tuin waar wij Le Repas genieten. Zenuwachtig hippen de mandarijntjes heen en weer. De buurman wijst op de handgemaakte vogelhuisjes, verderop in de tuin. Leeg. Op een enkele merel na die er voedsel komt halen. Waar zijn de honderden mussen gebleven die sliepen onder het buurdak?
Eerst denk ik nog: die mussen zijn verhuisd naar onze ‘vigne’ waar het doorgaans ’s avonds een geritsel van jewelste is. En de roodborstjes? Die hipten toch altijd door onze tuin?
Geen merelnest dit jaar, in onze blauwe regen. Dat geeft te denken. En de mussen mis ik eigenlijk ook. Nog geen roodborstje gezien.
De lieve buurman heeft zich goed geïnformeerd. Hij kijkt natuurbescherming programma’s, als de vogeltjes naast hem hun kopjes allang onder de veren hebben gestoken. Landbouwgif is de oorzaak, vertelt hij. Ook hier. En de afname van de vogelstand is te merken.
Toevalligerwijze lees ik het boek der boeken over de vernietiging van het leven om ons heen:’Silent Spring‘ door de Amerikaanse hoogleraar marine biologie Rachel Carson.
Dit boek kwam uit toen ik 8 jaar oud was.
Afgebrand in de pers, met de dood bedreigd door boze burgers, dat alles was de prijs voor het schrijven van dit boek. Een geschiedenis van de chemische oorlog tegen alles wat leeft en niet op de juiste plek staat, leeft of reageert.
Was het maar geschiedenis, een schaamtevol relaas over hoe dom de mensheid was, toen. Maar het is niet alleen ’toen’ en ‘daar’. Natuurlijk zijn er sindsdien striktere regels over het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen, kunnen we niet zo maar ‘roundup’ in onze tuinen sproeien. Iets wat ik (schaam, schaam) jaren geleden geprobeerd heb met de weerbarstige bramenstruik in de Normandisch tuin. Heeft het gewerkt? Nee. Heeft het schade toegebracht? Ja.
De essentiële componenten van het gif dat begin 20ste eeuw ontdekt werd, wordt nog steeds gebruikt, al is het het selectiever.
Katten zijn bijzonder gevoelig voor het gif drieldrin. Dit bestanddeel zit nog steeds in sommige schoonmaakmiddelen. Ik herinner me onze poes Siepje die overleed nadat ze in aanraking was gekomen met sop waarmee de basisschool naast ons gereinigd werd. Arme Siep. Schone pootjes willen, vachtje schoonlikken en dood neervallen.
Voor mensen is de relatie tussen landbouwgif en de ziekte van Parkinson recentelijk vastgesteld. Met name in de noordelijke kustprovincies is de prevalentie van de ziekte het hoogst. Ik denk aan de wolken gif waarmee de Friese boeren aardappelplanten dood spuiten om grotere aardappels te oogsten.
Doodsoorzaak nummer 1 bij honden is kanker. Zij snuffelen onbekommerd aan bespoten bermbegroeiing. Sommige gewassen worden zelfs aantrekkelijker voor vogels en zoogdieren nadat ze bespoten zijn.
Ik lees voort.
Zelfs tijdens het concert in het sympathieke Normandische eettentje lees ik met toenemende verontwaardiging en schaamte voort.
Waar zit ons verstand? We spuiten voort, we bestrijden verder. Vlooien, muggen, vliegen…
Zo succesvol. De wereld gaat kapot aan ons succes.
“It is all in your head”