Little big idea
Het is 10 mei. De droogte houdt al weken aan en het is ruim 25 graden C.
De Geliefde en ik fietsen door zomers land. Het altijd groene Normandie heeft een zweem Mediterraans over zich. Gerijpte halmen in warm-gekleurde akkers, stoffige paden. Velden met hoog geel-grijs gras en ontelbare bloemen, hoog fluitenkruid afgewisseld met paarse, gele en oranje bloemen in de bermen. Vergezichten van wit geel zand en een lichtblauwe zee daarachter.
Moeiteloos peddel ik door de landerijen. En met elke getrapte meter laat ik een lading input, stress en vermoeidheid achter me. Weken van griep, covid en na-ijlende moeheid. Weken van pre-tentoonstellingsdrukte en stress glijden van me af. Alle indrukken van de afgelopen weken en dagen gaan nogmaals door me heen. De voorbereidingen met de lieve ‘Best Friend’, alle enthousiaste reacties en tenslotte de verkoop van een van onze geliefde doeken. De vreugde van het succes, maar ook de pijn van het loslaten. En tenslotte de ervaring van het letterlijke ‘uit handen geven’ en weten dat het okay is.
Alles laat ik achter terwijl de pedalen rondgaan en ik voortglijd door het te vroeg zomerse land.
Het is heerlijk maar het is niet pluis. Het klopt niet dat ik in een mouwloos shirt en korte broek rondrijd, ingesmeerd met factor 50, in deze tijd van het jaar. Het klopt niet dat de zeeklei wit kleurt. Die hoort immers zwart te zijn en vet glinsterend. Net als in die verre noordelijke kuststrook, het geliefde Bildt. Ook daar klopt het niet. Te droog, te warm.
Mijn hoofd is bij het onderhanden boek.”Gods, wasps and stranglers. the secret history and redemptive future of fig trees”, geschreven door Mike Shanahan, regenwoud ecoloog.
Ik zoek vijgenbomen in het landschap. Her en der herken ik de leerachtige, sterk ingesneden bladeren hoog uitstekend boven muren en schuttingen. Niet veel maar hoopgevend genoeg.
Al 80 miljoen jaren oud is deze soort en sindsdien voedt en beschermt ze vele diersoorten waaronder de voorouders van de ons, mensen. Na natuurrampen als de meteorietinslag die de dino’s uitroeide en vele andere soorten met hen, was het de vijg die als eerste weer opbloeide en zorgde voor voedsel en ‘licht’ in de duisternis. Ook na vulkaanuitbarstingen als van de Krakatau was het de vijg die verscheen en een nieuwe cyclus van leven in gang zette.
Als ik het goed begrijp is de vijg terug te vinden in alle beschavingen en culturen als een bijzondere boom, die vereerd werd en gekoesterd als voedingsbron voor mens en dier, als medicijn tegen vele kwalen en van een grote religieuze betekenis. De Boddhi tree waaronder de Boeddha verlicht werd, was immers een vijgenboom. En wat dacht je van de ‘Sycamore tree’?
Nobelprijs winnares voor de vrede in 2004, de Keniaanse Wangari Maathai, die haar jeugd onder een gigantische vijgenboom doorbracht, kwam als eerste op ’the little big idea’: plant overal vijgenbomen. Ze stekken makkelijk en groeien praktisch overal. Ze houden vocht vast en gaan erosie tegen, ze bevorderen de diversiteit, trekken vogels en andere dieren aan. Door haar inspanningen in de strijd om de onafhankelijkheid wordt de vijg een vredessymbool.
Sinds haar succes met herbebossing voor arme boeren wordt de vijg ingezet op plekken waar bossen verdwenen zijn, waar slechts onkruid groeit, of zelfs dat niet meer.
De vijg is oeroud, en veerkrachtig & leven-ondersteunend. Zijn wij dat als piepjonge, en al te ‘succesvolle’ soort ook?
Dat is maar de vraag.
De vijg in mijn Normandische tuin heeft vele takken waar ik nog net bij kan met mijn snoeischaar. Ik deel ze uit, stek ze en plant ze waar ik maar kan.
Het andere Damesmeisje krijgt de eerste. Wie volgt?
