Huizen en hun geschiedenis

Kerstnacht
Stel je bent op de vlucht. Je moet iets administratiefs doen voor De Staat, iets ter controle, maar dan wel in voor jou onbekend gebied. ‘Jouw soort’ moet geteld worden. Of je moet iets doen zoals bij de Toeslagenaffaire, je moet bewijzen dat je bestaat, Of je wilt zelf vluchten voor de terreur in jouw land.

Stel, je moet huis en haard verlaten en zonder middelen reizen naar onbekend gebied. En stel dat je dan hoogzwanger bent. Je op het punt staat te bevallen, ver van vertrouwd terrein. In de hotels en pensions is geen plek. Uitverkocht. Hoogseizoen. Je bent blij dat je een schuur vindt waar je je kunt terugtrekken, een schuilplek. En daar op die plek, tussen de dieren die deze plek bewonen, dient de bevalling zich aan. Zonder comfort, zelfs geen water is er als je kind ter wereld komt. Je legt het in het stro, in de voederbak van de dieren, die nieuwsgierig toekijken. Hun warme adem blaast over je huilende, huiverende kindje. Onthutst, ontheemd en uitgeput kijk je toe. Hoe moet t nu verder?

Het gebeurde niet alleen 2022 jaar geleden, het gebeurt ook nu, op dit moment. Vrouwen bevallen al vluchtend, al schuilend, vechtend voor hun leven en dat van hun kinderen.
Deze gedachtes houden me bezig als ik de kerststal opzet, de figuurtjes groepeer rondom ‘het kindje’, kaarsen aansteek en passende muziek opzet.

Ik schuil deze kerstnacht op het andere wad.
Morgen komen de kinderen en hun geliefden, de andere familie met hun kinderen en aanhang zal ons de dag daarop hartelijk ontvangen.
Nu is er nog even de stilte.
Ik breng tijd door op het strand, onder een verpletterende ondergaande zon. Als ik aan de oostelijke hemel een rechtopstaande regenboog ontwaar, gaat mijn telefoon. Foto’s van Het Andere Damesmeisje. Samen met De Gewone Jongen heeft zij in mijn keukentje aan de noordelijke dijk de vers gezette tegels gevoegd en ingewassen. Een stralende tegelwand lacht me toe, de kaarsjes in de vensterbank aan gestoken. Het noordelijke wad roept. En ik zit bij de concurrent. De mooie andere zee, het zanderige wad. Blij, dankbaar, vermoeid en een tikkeltje ontheemd maar ook weer helemaal niet.
Net als na een bevalling. Als het kindje er eenmaal is, maakt niets meer uit. Het is goed zo.

Geef een reactie