Deja vu
“Daar gaan we weer..” roepen het andere Damesmeisje, De Gewone Jongen en ik bij het vernemen van de nieuwe maatregelen. Het voegmengsel is op en de winkel dicht. Bestellen maar weer, denk ik gelaten. In de krant lees ik een artikel over het huidige ‘deja vu’ effect. Een mens raakt er versleten van.
Bovengenoemd drietal heeft de hele dag staan tegelen en we blazen uit met een nul biertje. Tevreden kijken we naar het resultaat. Een mooi strak wandje Friese witjes maakt de keuken weer een stuk meer af. En dat is wel nodig.
De loodgieter/tegelzetter/timmerman is met de noorderzon verdwenen, richting de bak, zo blijkt later. Met medeneming van, onder andere ons, geld.
Ook dit gevoel van verbijstering en ontreddering komt me bekend voor. Ooit, nadat we de ‘KG’ gekocht hadden, vonden we een aannemer die de verbouwing wilde voorfinancieren. Een uitkomst, wij hadden immers nagenoeg niets aan liquide middelen.
Daarna volgde inderdaad een verbouwing maar ook een reeks incidenten. Zoals een opgelegd bouwbeslag. Een verzegelde voordeur en een ambtelijk dwangbevel. Opgeslagen spullen waaronder mijn gitaar die verdwenen, antieke wandtegeltjes die uit de kelder weggehakt bleken. Ga zo maar door.
Later verscheen er een artikel in Het Parool over malafide bouwpraktijken waarin ons voorbeeld genoemd werd. Uiteindelijk werd de verantwoordelijkheid bij ons gelegd: ga nooit in zee met obscure types. Terecht. We keken voortaan wel beter uit.
Als reminder aan de KG metsel ik twee teruggevonden antieke tegeltjes uit de Amsterdamse kelder in mijn Friese keukenmuur. Al drieendertig jaar liggen ze in de kast. Nooit te laat voor nieuwe voornemens.
Déjà vu.
Als je dit soort narigheid vaker meemaakt wen je er dan aan? Of liever: ontwikkel je een manier om niet cynisch boos of treurig (of tegelijk) te worden? Of is de remedie: mooie antieke tegels plakken. Diep respect!