Huizen en hun geschiedenis

Of ons huis in Blije een Sinterklaastraditie kent?  Het is gebouwd in 1901 als een boerderij waar in de deel koeien werden gehouden. Dat waren er vast niet veel, want de deel is kleiner dan in de meeste boerderijen hier. Een paar maal werd er gewisseld van eigenaar. De voorlaatste eigenaar voor ons vertrok naar een grote boerderij buiten het dorp, hij moest meer ruimte hebben. Toen kwam de Chevroletman, die ruim 30 jaar bezig was om van een krakkemikkig huis een woonboerderij te maken. ‘Ik ken hier elke spijker’, vertelde hij ooit trots. Met grote weemoed verkocht hij het aan ons. Het ging hem zo aan het hart dat ik zelfs vlak voor de verkoop nog aan hem vroeg of hij het wel zeker wist. Als troostprijs leende ik fotoboeken vol met vorderingen in de bouw, scande ze allemaal en maakte er voor hem een filmpje van. Daardoor weten we nu precies hoe de volgorde was in al die verbouwingen. Maar waar de electraleidingen precies allemaal lopen, en waarom het lekt precies in dat ene hoekje, daar moeten we naar gissen, net zoals het andere Damesmeisje dat moet doen op de Oudebiltdijk.

Maar Sinterklaastradities? Inschattend wonen hier al zeker zo’n 43 jaar geen kinderen meer. Nou hoef  je niet persé kind te zijn, om toch te houden van Sinterklaas en zijn Pieten, ook al zijn die tegenwoordig anders van kleur. Behalve hier, in deze contreien, het andere Damesmeisje schreef er al over. Hier doen ze niet aan al die nieuwe fratsen, niet vanwege al dan niet gevoelde compassie voor de zwarte medemens, maar gewoon omdat die lui uit de Randstad het hier niet voor het vertellen moeten hebben.

Ik hou dus wel van Sinterklaas, en zou het liefste weer lootjes willen trekken en een pakjesavond willen hebben. Maar met wie? De Gewone Jongen laat strijk en zet weten dat ie niets heeft met al dat opgelegde commerciële feestgedoe. Daar heeft ie een punt, maar mij gaat het niet om dure cadeau’s, maar om de achterliggende gedachte en pret. Het is al jarenlang een terugkerend dingetje, een klein verdriet. En het resulteert altijd in hetzelfde: dan maar op mijn eigen manier.

Na het boodschappen doen ligt mijn mandje vol met chocoladeletters, een banketstaaf en twee boeken. De letters knoop ik aan elkaar en ook de banketstaaf krijgt een touwtje. De Gewone Jongen komt kijken wat ik aan het doen ben. Voor knopen heeft hij doorgeleerd, dus mijn geknutsel moet over. Niet veel later lopen we door Blije. Het is pikdonker,  het miezert en het is hartstikke koud. Bij het Poolse Gezin dat we afgelopen jaar leerden kennen, hang ik de letters aan de knop van de voordeur, bons op het raampje, waarna we samen hard wegrennen. Bij onze Overburen hang ik de banketstaaf aan een plantenmand.

De boeken deed ik vanochtend in ons beider schoenen. Waarop de Gewone Jongen, zoals gewoonlijk toch blij verrast, zijn kadootje openscheurde. ‘Maak je het jouwe niet open’, vroeg ie nieuwsgierig. Maar dat hoefde eigenlijk niet, ik wist al wat erin zat.

Geef een reactie