Huizen en hun geschiedenis

Huizen -en tuinen- staan natuurlijk niet op zich. Altijd zijn ze ingebed in een groter geheel, het landschap om hen heen. De huizen van de Damesmeisjes staan op nieuw land, op de bodem van een oude zee. Bij de OBD is dat de inmiddels drooggepolderde Middelsee, ooit liep deze zee-inham tot aan Leeuwarden. Hier, in Blije, zijn land en dorp ouder, mogelijk woonden er al enkele eeuwen voor de jaartelling mensen op een terp.

Oudere inwoners van het dorp verhalen over hun relatie met de zee, de Waddenzee. Veel mensen leefden ervan, ze waren jutter en verkochten wat ze vonden aan aangespoelde spullen, vooral hout. In de 1e helft van de 20ste eeuw waren veel mannen slikwerker. Met rijsbossen begrensden ze uitgestrekte velden met dammetjes. De zee liet bij het terugtrekken laagjes slib achter. Het was vruchtbaar land, dat de boer zelf mocht houden. Zo ontstonden de huidige zomerpolders, begrensd door een zomerdijk. Het gebied erachter werd ook op deze manier bewerkt, tot het moment dat het rijk besloot te onteigenen. Nog steeds is de onvrede over dit besluit bij de boeren hier voelbaar. Dat op een gegeven moment It Fryske Gea, de natuurorganisatie in Friesland, het buitendijks gebied in beheer kreeg, hielp niet. Boeren en ecologen, het wil maar niet goed samengaan.

Blije werd nog meer van de Waddenzee afgesneden toen de dijken werden verhoogd. Een bijzondere relatie met de zee verdween. Tot 2011. Toen besloot het dorp dat de verloren gegane verbinding moest worden hersteld. ‘We willen weer wonen, leven en werken met de Waddenzee’. Een oud idee, de bouw van een buitendijkse terp, werd van stal gehaald. Er kwam een projectgroep, Joop Mulder (voorheen Oerol, nu Sense of Place) haakte aan, langzaam ontvouwde zich een plan. Er was gedoe over geld, gedoe over de organisatie, gedoe over de vergunningen. Maar het dorp hield hardnekkig vol. Met succes. Volgend jaar wordt de Terp fan de Takomst officieel geopend, maar je kan er nu al heen.

Zoals vandaag, een winderige, koude zondag. Om 10.14 uur krijg ik een appje. ‘Voor de tweede keer in het water dit jaar. Nu al over de twee meter, over een uurtje op z’n hoogst’. We kleden ons warm aan, mutsen op, dikke jassen, en gaan op pad. Het eerste deel van het pad naar de terp is nog redelijk begaanbaar. We halen net de zomerdijk. Daarachter zien we voor onze ogen hoe snel het water stijgt, we kunnen niet verder.

In de verte ligt de Terp middenin het water. Zo moet het vroeger hebben uitgezien, toen ons huis nog niet bestond, en iedereen zich bij hoog water terugtrok op een klein stukje grond.

Geef een reactie