Huizen en hun geschiedenis

Meisje op reis
Lezend zit ze naast me. Haar uit steen bevrijdde hoofdje strak op t boek gericht. Meisje, we gaan op reis.
De stad probeert ons vast te houden, zet obstakels op het pad. Opgelucht bereiken we open water. De dijk door de oude zee. Rozig ochtendlicht door grijze mistflarden, silhouetten van windmolens in eindeloze rijen. Een vissersboot valt in het niet.
De oude dijk rust in de mist. In het huis wordt hard gewerkt aan warmte en onderhoud, als ik het meisje naar haar verblijfsplek breng. Uitkijkend over land dat strekt tot aan de zeedijk, leest ze voort. Haar rode Tibetaanse vlaggetjes ritselen in de wind en vallen langzaam stil onder de zwaarte van de mist.

Het lezende meisje.
Ooit, zeer lang geleden kreeg ik haar van het andere Damesmeisje. Als symbool van verbondenheid. Met andere vrouwen, met boeken en lezen, met elkaar. Ik neem haar vandaag met me mee, naar de open luchten, ver voorbij de drukte van de stad.

Terwijl het meisje voort leest op het donker gevallen wad, zit ik melancholisch op de bank naast mijn dichtgeslagen boek. Uit is ‘t Hooge Nest door Roxanne van Iperen. Twee dappere vrouwen, innig verbonden zussen, strijden voor hun eigen leven, dat van hun geliefden en alle mensen op hun pad. Strijd tegen onrecht, gruwel, Mordor.

Een huiver trekt over mijn rug. Een huis als toevluchtsoord in donkere tijden. Zijn het de berichten in de krant, de geruchten van tweespalt en paniek, de angsten in mijn spreekkamer die me verontrusten, die me doen onderduiken?
We lezen voort meisje, hier in de beschutting van t wad.

Geef een reactie