Tijd slijt
Niet ver van ons huisje op het zuidwestelijke wad, in t gehuchtje Village de L’Isle, staat de oude boerderij van onze vrienden. In Village Adam. Beide gehuchten zijn sinds lang opgenomen in een grotere gemeente en de oude namen zijn in ongebruik geraakt. Ik koester de fantasie van de oude situatie, toen er nog vissers woonden, ons huis een café was dat grensde aan een oud kerkhof. Ooit vonden we een oud gedenkplaatje.
De boerderij van de vrienden bestaat uit een oud laag gebouw en een hoger, nieuw gedeelte, samen met schuren rondom een court gegroepeerd. Van de geschiedenis is weinig bekend.
Bijna dertig jaar geleden tekenden de vrienden het koopcontract en namen de sleutels in ontvangst van een oude mevrouw.
Op zolder vonden zij een dodenmasker. De oude mevrouw wist slechts te vertellen dat het een elf jarige jongen betreft die stierf aan de Spaanse griep. Het verdere verhaal blijft in taalbarriere en nevelen gehuld.
Het hoofd lag daar, op een verder lege zolder. In zijn pierige eentje. Niet weggegooid maar ook niet echt bewaard.
Gebruikelijk was het een dodenmasker, ter nagedachtenis op de schoorsteenmantel te zetten.
En wat doe je dan als nieuwe bewoner met een dergelijke vondst? Je zet zo’n hoofd niet op je eigen schoorsteenmantel. Maar je stopt t ook niet in de vuilnisbak.
Het beeld staat nu op de oude waterput en kijkt uit over de bemoste court, waar een beekje in de loop der jaren steeds woester over heen is gaan stromen.
Tijd slijt. Zowel een waterweg in de court als breuklijnen in het oude jonge hoofdje.