Windvaantje van de maand. Village de l’Isle

De terugkeer van de storm
Als we de kleine honderd meter naar onze lieve buren lopen voor de avondmaaltijd, daalt t herfstzonnetje naar de horizon. De blozende, bijna volle maan lacht ons tegemoet. Aan tafel gedenken we, na zoveel heerlijke zonnige dagen dat de laatste echte storm al weer zolang geleden is. Het was kerst 1999 dat het dak van onze vrienden eraf vloog.
We praten over huizen en hun geschiedenissen. Zou je in een huis willen wonen waar iets naars gebeurd is? In China is zo een huis onverkoopbaar en met enig pech het hele huizenblok. Ik vertel dat ik de geschiedenis van mijn Friese heerlijkheid wil nagaan. Wat heeft dat lieve huisje in haar eeuw meegemaakt en gezien?
De vrienden vertellen van de wonderbaarlijke vondst die zij op de, later door de storm blootgelegde zolder deden. Maar daarover in een volgende blog meer.
Inmiddels zijn ramen en deuren gaan rammelen en een vreemde tocht trekt door het huis. De honden zijn onrustig. Langzaam dringt het tot ons door: het stormt.
De terugweg naar huis lijkt veel langer als we wat later in t aardedonker voort zwoegen onder heftig zwiepende bomen. Unheimisch.
Maar vanmorgen is er geen vuiltje meer aan de lucht, ook de telefoon heeft weinig verontrustends te melden. Dus gaan de hond en ik erop uit. In mijn hoofd woedt nu een andere storm. Verontwaardiging over de bureaucratische wantoestanden en de niet gehaalde klimaatdoelen. Aangewakkerd door de Nederlandse ochtendkrant.
Buiten t dorp lijkt de fysieke wind me te willen overvallen en terugduwen. Dat laat ik natuurlijk niet gebeuren en we zetten door, naar t strand. In de duinen zie ik een vrouw haar vakantiehuisje uitgraven uit t opgehoopte zand. Een heilloze bezigheid in de aanwakkerende wind. Ik kan nog net een opname maken van de golven als ik omvergeblazen word.
En dan gebeurt het. In een ijskoude centrifuge van grijze mist, regen en zand word ik meegesleurd en rondgetold. De bange hond aan mijn voeten.
“Blijven bewegen en dekking zoeken”, dreunt het in mijn hoofd. Struikelend en rollend bereiken we de Dam. Asfalt!
En dan, als een wonder, duikt uit mistflarden en zandstralen het bekende witte gemotoriseerde snoetje op. Gered.

Geef een reactie