Wie is van hout?
Elke ochtend is als het openmaken van een cadeautje. Ik haal het bovenste deel van de keukendeur van de grendels en open de buitenwereld. Er kan een zweem mist hangen boven het weiland, of pril zonnelicht tevoorschijn piepen boven de boerderij tegenover ons, of een paardenhoofd nieuwsgierig mijn kant opkijken. Altijd is het een verrassing.
Vandaag is het land in rust na een hevige nachtelijke storm. Ik kijk rond over mijn domein en zie tot mijn schrik dat een zilverabeel het lootje heeft gelegd. Gelukkig was ie al eerder gehalveerd vanwege zijn slechte conditie, maar dat heeft dus niet geholpen. De aangevreten stam ligt over ons hek en die van de paardenbuurman, zijn takkengestel draagt de last, een geluk bij een ongeluk. Het dorp komt in beweging. Een boer van de overkant inspecteert de boel en besluit zijn kraan in te zetten. Niet veel later staat er een enorme aanhanger voor de deur en verschijnt de kraan in de achtertuin. Een ketting om de stam en daar ligt ie, op ons grasveld. Een kettingzaag erbij en even later liggen er alleen nog grote brokken hout. Ondertussen is een andere buurman met zijn vier kinderen komen kijken wat er gaande is. Vier vragende kindergezichtjes, krijg je hier niet altijd een ijsje?
Het is al hout wat de klok slaat. Hier in Blije moet blad geruimd, de dikke takken zijn voor de takkenwallen rondom de borders. De grote en kleine knipscharen doen hun werk, de groene containers raken voller en voller. De restanten stam liggen opgestapeld voor een liefhebber. Verderop, bij het huisje aan de dijk, moeten vloeren gelegd. Het is een treintje, zegt het andere Damesmeisje liefdevol: plank opmeten, aftekenen, zagen, door de tuin, door het dakraampje, al timmerend in elkaar schuiven, boren, schroeven. Aan het einde van de dag zijn twee kamers klaar, en een paar dagen later volgt het zoldertje.
Op het einde van de laatste klusdag zitten de Gewone Jongen en ik uitgeteld op de bank. Op het nieuws het bericht dat de drummer van de Rolling Stones is overleden. Nu worden we echt oud, app ik naar het andere Damesmeisje, en denk aan houten drumsticks. Niemand die ze zo elegant kon hanteren als Charlie Watts.