Toegang tot de ruimte
In het boekje dat het Andere Damesmeisje me vlak voor vertrek toestuurt staat een stukje geschreven over de Oudebildtdijk. De 14 kilometer lange voormalige zeedijk. Met aan de voorzijde langsdenderende landbouwmachines & tractoren en op het noorden uitzicht op het niets. Ruimte, heel veel ruimte. Niet iedereen kan daar tegen, schrijft Ton van Dijk in ‘Ons dorp. Leven als God in Friesland’ (2010). Er staat daar altijd wel een huis te koop, van spijtoptanten die hun bekomst hebben van zoveel leegheid. Er wonen vooral kunstenaars en zonderlingen. In de winter loeien de noordwester stormen over het vlakke land. Niets houdt ze tegen en knallen tegen de achtergeveltjes van de voormalige boerderijtjes en landarbeiderhuisjes. De velden zijn zwart, de luchten donkergrijs. Daar moet je van houden.
Op het andere wad, zo een 1000 kilometer zuid-westelijker, weeg ik zijn woorden.
De Geliefde en ik fietsen onze traditionele tocht langs de zee naar het zuiden, naar Mont St. Michel. Daar rusten we in het wuivende gras en eten onze kaas-ei-tomaat boterham. En kijken uit op een vertrouwd hekje.
Toegangspoort tot de ruimte.
Zoveel leegte. We houden ervan.
