Het lesje van Blaman
De Geliefde en ik, zo ontdekten wij vele jaren later, lazen in onze middelbare school jaren graag boeken van Anna Blaman. “Eenzaam avontuur”. Eenzaam, maar wel erg mooi als je een romantische tiener bent.
De Groene Amsterdammer van deze week wijt een artikel aan de schrijfster. Een van de vele ‘vergeten schrijfsters’. Ze was stoer, ze reed in de veertiger jaren op de motor Europa rond. Ongekend. Pas vele jaren later zou Jan Cremer faam verwerven met zijn plaatjes op de motor. Alsof hij de eerste en de meest stoere was. Erger nog was dat haar mannelijke vakgenoten haar aanvielen en isoleerden. Omdat ze lesbisch was, omdat ze anders was en omdat ze schreef wat ze schreef. Het meest schokkende is te lezen dat Carmiggelt zich onder haar opponenten bevond. Neergesabeld omdat ze anders was.
In een artikel elders zie ik opgesomd welke schrijvers nu, anno 2021, het meest gelezen en gewaardeerd worden. Witte mannen, daarna volgen dito vrouwen, en ze schrijven over hetero onderwerpen. Onder jongeren wordt in Nederland het minste gelezen van alle ons omringende landen.
Het bestraffende lesje van Blaman geldt nog steeds. Met een rode potlood door LHBTQIAP onderwerpen, zwarte en ander-kleurige kwesties.
En de rest leest überhaupt niet.
Terug naar Blaman.