in de lucht, zich bedenken, zwenken, terug (Judith Herzberg).
Ik wens alle vogels in die lucht. Ver weg van hier, van de aarde, waar op dit moment het gevaar dreigt.
Tegenover mijn atelier hangt een houten nestkastje. Twee koolmezen vliegen af en aan met eten. Van de week zat buurkat Tommie bijna bovenop het kastje. Boven hem, hoog in de boom, loerden twee kraaien.
Op ons dak, in de nok, zit een spreeuwennest. Je kan het zien door de vogelpoep op de pannen, en je kan het horen als de spreeuwenouder zijn jongen voedt. Hier zit het gevaar binnen. Als een van de jongen uit het nest valt en terecht komt op onze hoge zolder. Ik durf er bijna niet te gaan kijken.
Maar mijn grootste zorgen gaan uit naar het merelnest in de klimhortensia. Als ik er langsloop gluur ik heel voorzichtig tussen de bladeren. Steevast gluurt een merelhoofd terug, net boven het randje van het nest. .Hoe moet dat, als straks de jongen groot genoeg zijn en beginnen rond te scharrelen in de tuin? Die klotekatten ook.