De twee houtduiven zitten nog steeds in de lindeboom, maar nu zitten ze op een nest. Nog net niet in het topje, maar veel scheelt het niet. Vanaf de grond lijkt het een redelijk onderkomen. Maar of dat echt zo is? Duiven zijn slechte nestenbouwers, al vaker zagen we in onze tuin takkenbouwsels voor onze ogen weer uit elkaar vallen. Terwijl ondertussen de grote vogels onbeholpen in de weer waren er nog iets van te maken.
Kort na deze ontdekking ben ik ingespannen bezig in de keuken met het maken van een lichaamsframe uit kippengaas. Voor de komende tentoonstelling van de Damesmeisjes, hou dat in de gaten! Het bovenste deel van de keukendeur staat uitnodigend open voor Tashi. Dan hoor ik hevig gehinnik van de paarden, die sinds gisteren vlak achter ons hek grazen. Ik kijk naar buiten en zie dat er sprake is van grote opwinding. Alle drie staan ze strak te kijken naar de andere kant van het weiland. Ik volg hun blik. En zie, in de verte loopt, nee dartelt een veulentje. Het kind van de Palomino is eindelijk geboren. Het jonge paardje heeft witte sokjes en een wit parmantig staartje, echt een kind van de vader. Die is ondertussen helemaal van slag en galoppeert opgewonden heen en weer langs het hek.
Dieren zijn net mensen. Wij zijn met zijn allen ook opgewonden druk heen en weer aan het rennen om een plekje te krijgen in de vaccinatiestrategie. En als het lukt lijkt het alsof de wereld weer een beetje openbloeit.