Eigenlijk zijn de Damesmeisjes niet zo van de parels. Hoewel er al vele jaren een hele lange nepketting in mijn klerenkast hangt. Maar wat moet je ermee, hier in het boerenland? Terwijl ik dit typ moet ik denken aan een van mijn lievelingsschijfsters, Vita Sackville-West. Zij woonde en werkte op Sissinghurst, een groot kasteel in Kent, waar hun wondermooie tuin nog steeds bezocht kan worden. Het andere Damesmeisje en ik overnachtten er ooit in een van de zijgebouwen. Vanuit het slaapkamerraam keken we uit over de tuin met die waanzinnige plantenborders.
Vita had haar schrijfplek in een hoge toren, die eenzaam midden op het terrein stond. De Damesmeisjes beklommen samen de trap en allebei wisten ze het zeker: ooit zitten wij ook in zo’n toren, niemand die ons lastig valt, schrijven en schilderen. Ach ja, onze Knaus.
Vita werkte natuurlijk veel in de tuin. Er zijn foto’s van haar waar ze op staat met hoge laarzen, pofferige broek, jasje, en jawel…altijd een parelketting. Ach ja, die Engelse adel.
Maar het gaat hier over de onmisbare parels van de Damesmeisjes, levenslange inspiratiebronnen, bewaard in boekenkasten, hangend aan de muur. Zoals Een gelate leven van Vita Sackville West. Het gaat over een vrouw, die trouwt binnen de adel, met haar man vertrekt naar India, zichzelf en haar eigen wensen verloochenend.. Als haar man sterft trekt zij zich terug in een romantisch huisje op het platteland en kijkt terug.
“Het enige dat er voor een kunstenaar toe doet is dat hij zijn talent kan ontplooien. Als hij in zijn ontwikkeling wordt gedwarsboomd groeit hij krom, net als een boom die in een onnatuurlijke vorm wordt gedwongen. Het leven verliest dan alle betekenis en verwordt tot een soort plantaardig bestaan – een surrogaat. Dat weet u toch ook wel, Lady Slane. Uw kinderen, uw man, uw schitterende positie zijn alleen maar even zovele hinderpalen geweest die u beletten uzelf trouw te zijn. Destijds heeft u besloten in hen een substituut voor uw ware roeping te zoeken. U was, denk ik, nog te jong om beter te weten, maar toen u dat leven koos zondigde u tegen het licht.”
Die waarschuwing, ik sleep hem al mijn hele leven met me mee.
