“Denken gaat te voet”, schreef Nietsche ooit en produceerde zijn ‘wandelboeken’. En plaatste zichzelf in de traditie van Montaigne voor hem en Wittgenstein na hem. Het denken (en daarmee het schrijven) wordt essentiëler en aforistischer van wandelen in de buitenlucht. Ik voeg er op eigen verantwoording ‘fietsen’ aan toe.. De term ‘aforistisch’ leen ik via Tommy Wieringa in de NRC van Paul van Tongeren, de Denker des Vaderlands. En bovendien familie van de lieve vriend uit het Hoge Noord-Westen.
Het lichaam moet in beweging zijn om de geest gedachten te laten voortbrengen.
Bij het denken aan ‘voortbewegen’ moet mijn geest onmiddellijk aan het strand, het wad denken. Ons lieve, wachtende huisje op het wad. Onbereikbaar op dit moment. Aan rennen en fietsen. Gestaag verder gaan in de open lucht.
Met de lieve vrienden uit de Jordaan bekeken we gisteravond de film ‘Camino’.van Martin de Vries. Een filmisch verslag van een 1600 kilometer lange voettocht van Le Puy naar Santiago de Compostella in Spanje. Onze harten sprongen op. Daar gingen we. Daar zweetten we. Daar waren we een en al samen in het moment. Op de fiets.
Spanje. De lieve dochter stuurt een berichtje uit Madrid. Midden in hun avontuur.
Familie van vagabonds. ‘For the better or the worse’.
