Ooit maakte mijn lieve oude vriendin van het westelijk eiland een hangertje voor me. Van ongebakken klei, een oven was immers geen optie in die tijd. Met een geknoopt touw erom heen dat tevens als ketting fungeerde. Op de achterkant stonden onze namen.
Op een oude foto, gemaakt door mijn Oostenrijkse geliefde, heb ik haar om de hals. Het Yin Yang teken. De betekenis was niet voor iedereen meteen duidelijk, hoewel het hippie tijdperk toch aangebroken was. Mijn ouders brachten het bijvoorbeeld in verband met occulte krachten en, in een adem door, met drugs. Ik koesterde mijn hangetje, later veilig opgeborgen in mijn sieraden kistje.
Dit afgelopen, betekenisvolle, weekend kwam het Yin Yang teken op wel heel onverwachte wijze opnieuw naar mij toe. Lopend langs de IJssel trof ik, ver van het pad, een paaltje met ‘gast’ aan.
Terwijl ik ernaar keek en een foto van het tafereeltje wilde maken, kwam er een lieve dame op mij af, out of nowhere. “Die mag je houden”, zei ze. Schoolkinderen maken ze, mijn kleindochtertje ook. En die verstoppen ze dan hier.
Met het mooie gladde steentje in mijn hand liep ik verder en kwam uiteindelijk bij de afgebrande boerderij aan, waar ik voor lang afscheid zou nemen van mijn lieve oudste kind.
Het eerste wat mijn oog trof, toen ik de puinhopen van het schoon-ouderlijke familiehuis betrad, was een kussentje. Verregend en achtergelaten, maar ongeschonden temidden van de as. Met daarop? Hoe kan het anders. Het symbool van harmonie in de permanente verandering der dingen.