Ik mag niet mee naar binnen, bij de vaccinatielocatie. Dus blijf ik netjes in de auto zitten, terwijl striemen hagel over het parkeerterrein razen. Overal grijze hoofden, er is geen jong mens te bekennen. Ze zijn hier bezig met de 73- en 74-jarigen, dus wat ik zie zal wel kloppen. Toch is het ook raar. Voor mij hoort de Gewone Jongen helemaal niet bij dat grijs gebeuren, want ja, hij is de Jongen en zal dat altijd voor me blijven.
Die Jongen doet een kwartier later kleumend het autoportier open, want hij had voor het naar binnen gaan eigenwijs zijn jas op de achterbank gegooid. Hij doet verslag van een uiterst efficiënte operatie met uiterst vriendelijke mensen. Ik vraag hem of hij zich nu anders voelt. Beetje gevoelig in de arm, is het antwoord. Maar dat bedoelde ik natuurlijk niet. Het gaat om het idee. Nee, zegt de Gewone Jongen, niet anders dan anders. Wat me opnieuw verbaast, want ik voel zelf wel degelijk een soort van opluchting. Misschien meer voor mezelf, geen stress meer van de rechterkant van het bed.
De allereerste stap is dus gezet. 12 mei volgt de tweede prik. Het wachten is nu op de oproep voor de Damesmeisjes. Met argusogen volg ik het nieuws. Net als iedereen wil ik natuurlijk geen Astra Zeneca. Gezien onze leeftijd krijgen de Damesmeisjes Pfizer. Zal je altijd zien, dat ze dat op het allerlaatste moment gaan veranderen. Wat ga jij dan doen, ander Damesmeisje?
