Ze dronken altijd koffie naast hem. Zittend in hun met Indiase kussentjes comfortabel gemaakte rieten stoelen en bespraken de dag. Nu staat hij eenzaam te zwiepen in de wind, zonder het geruststellende gezelschap van zijn bevriende muren en dak. De man en vrouw hebben hun zit verlegd en kijken hem meewarig aan vanuit een nieuwe positie. De schoorsteenpijp. Ooit het huiselijk middelpunt, nu een dramatisch baken in een geblakerd landschap. Het kind verloor hier zijn piratenschip en andere restanten van zijn jeugd. Rite de passage.
Terwijl de sneeuwjacht over de Sallandse velden raast, omhelst een ander ouderpaar hun kind nog een laatste keer.
Waar gaat het om. Niet het einde van de wereld, waar het kind nu is, noch wat haar trekt. Maar toch. Een veranderd perspectief, een nieuwe tijd is aangebroken. Ook dit kind laat een stuk verleden achter zich en kiest koers op de ruwe levenszee.
De ouders hervatten hun bezigheden. Een beetje trager, een beetje meer gebogen. Een stukje meer verloren maar met de rode draad in hun ziel.
Daar zijn ouders goed in.