Onderweg naar huis van een bezoek aan ontheemde vriendin moet ik stoppen vanwege werkzaamheden aan de weg. Het is warm in de auto, een en al zon, de lente volop aanwezig. Het getril van de motor trekt mijn aandacht. Dan besef ik dat ik het zelf ben, die zo trilt. Verbaasd kijk ik naar mijn handen en onderarmen. Het is alsof ik een lichte vorm van Parkinson heb.
Ik moet denken aan de blog van het andere Damesmeisje, een paar dagen geleden. Hoe we elke dag een stukje verder weg zijn van wat we als het centrum van ons bestaan beschouwen. Onszelf steeds een stukje verder loslaten, op weg naar iets anders. Naast melancholisch klonk het ook mooi. Tot nu toe was ikzelf vooral nieuwsgierig naar mijn ouderworden. Een nieuwe onbekende, maar ook uitdagende fase. Hoe zal dat zijn? Hoe zal ik ermee omgaan? Kan ik het onder ogen zien, zal ik een sterke, wijze, oude vrouw worden?
Maar wat, als het allemaal niet zo gecontroleerd gaat? Als ik straks ook hoor bij een op de drie vrouwen, die het leven niet meer zelf in de hand heeft? Zoals mijn ontheemde vriendin. Ze wil wel de regie voeren over haar eigen leven, ze wil heel graag terug naar India, maar ze moet ervaren dat ze het zelf niet meer kan regelen. Het is alsof haar radeloosheid, woede en verdriet vanochtend langzaam bij me naar binnen zijn geslopen.
