In any case, what is suffering? I am not afraid of it, even if it were beyond reckoning. Now I am not afraid of it, though before i was. And it seems to me that there is so much of this strength in me now that i could stand anything, any suffering, only so that i may keep saying to myself constantly : I am! I may endure thousand torments – yet i am, i may writhe under torture- but i am. May i sit in a tower, but i am. I can see the sun, and even if i cannot see the sun, i know that it exists. And to know the sun is there- that is already the whole of life
F. Dostojevski, The brothers Karamazov (in: Always the sun, Lydia Leibbrandt)
Twee kwesties houden mij bezig. Misschien nog wel meer dan twee, maar deze hebben te maken met zaken die het andere Damesmeisje aan de orde stelt.
De vraag: ben ik nou een ‘somewhere ‘ of een ‘anywhere’? En is het onderscheid werkelijk zo duaal? Het andere meisje vindt mij waarschijnlijk een ‘anywhere’, altijd weg van huis. Maar hoe lastig vind ik het om van ‘huis‘ weg te gaan. Als een echte kreeft (leeuw) hecht ik aan ‘thuis’, met de kaarsjes aan, de poezen op schoot en de hond naast me op de bank. Alleen, ik heb twee huizen. En een caravan. En een geliefd strand, een geliefde boom, de zon op het land. Waar ik ben, wil ik blijven. Maar toch ook verder gaan.
Al fietsend over de wereld is mijn fietstas mijn huis, in de rechter voortas zit de keuken, in de linker achtertas mijn bed. En het uitzicht is elke dag anders. Dat is weer typisch de ‘somewhere’.
Kortom: ik weet niet wat ik ben. Waarschijnlijk allebei.
En dan de tweede kwestie. A mon seul Desir. Ook dit Damesmeisje las de boeken van de heks van Denemarken. Ik raakte ze kwijt aan mijn Argentijnse onderbuurvrouw in de Hasebroekstraat. Zelf schrijfster en gevlucht voor de dictatuur was ze gefascineerd door de vrijgevochten Brogger. Ik ook. A mon seul Desir stond en staat nog steeds voor het volgen van je hart. Naar authenticiteit, verre streken, stilte, naar Het Noorden, achter het licht aan. Met altijd het knusse eigen plekje veilig weggeborgen in mijn fietstas, altijd dichtbij.
Always the sun. Hier en daar tegelijk.
Angeline 2013, stil uit ‘Weg naar huis’.
