We kunnnen vandaag stemmen. Nou ja, de kwetsbaren en de ouderen boven de 70 jaar. De Gewone Jongen staat al te trappelen, ik ga gezellig met hem mee, want dat mag. We wandelen ontspannen naar het dorpshuis aan de andere kant van het dorp. Staan we voor een gesloten deur! Alles is donker, geen mens te bekennen. We bellen een paar keer aan, lopen om het gebouw heen, maar het is duidelijk: hier kan niet gestemd worden. Ontstemd lopen we terug naar huis. Onderweg spreekt een man ons aan. Hij vertelt dat je op maandag en dinsdag alleen terecht kan in het gemeentehuis een dorp verderop. Het stond in de gemeentebrief, zegt hij. Natuurlijk niet goed gelezen. Gelukkig dat de Gewone Jongen niet per post heeft gestemd, dat was beslist ook verkeerd gegaan.
Bij de ingang van het gemeentehuis staat een lange rij. Mondkapje, handgel, overal vloerstickers met 1,5 meter afstand houden, hier zijn ze duidelijk goed voorbereid. In het stemlokaal lopen we enthousiast naar het bekertje met rode stempotloden. Want dat mag je houden, zeiden ze in de TV-reclame. En een rood potlood dat je mag houden vanwege corona is een verzamelobject, zegt de Gewone Jongen. Mooi niet dus. Hier in Ferwert moet dat potlood weer ingeleverd. Want onze gemeente is zuinig, zegt een man met plastic handschoenen aan. Met een ernstig gezicht maakt hij elk stempotlood weer schoon met een doekje, zodat ze opnieuw gebruikt kunnen worden. Gelukkig gaan onze stemmen naar een partij die niet zo knieperig is.