Tijdens de zoveelste persconferentie dwalen mijn gedachten af.
Hoe vaak viel het woord surrealistisch om te beschrijven wat de wereld overkwam?
Het gevoel iets mee te maken dat niet echt te vatten is.
Wie had kunnen bedenken dat een virus ons leven zo zou beheersen?
Maar ook: wie had kunnen denken dat mijn vriendin uit India zo ontheemd zou raken?
Beide zaken had ik nooit kunnen, durven voorspellen.
En toch zijn ze allebei waar.
Je probeert te doen wat nodig is.
Niet terug kijken.
Niet vooruit.
Leven in het nu, er het beste van maken.
De gemiddelde talkshow gast kent deze levensregel niet, schat ik in.
Want onmiddellijk na de persconferentie begint het gezeur weer.
Waarom niet concreter?
Naar de kapper gaan is niet belangrijk.
Naar de kapper gaan is goed voor ons welzijn.
En de terrassen dan?
En de kerken?
En de bibliotheken?
En de studenten?
Waarom jij open?
En ik niet?
En ik?
De financiële zorgenzijn begrijpelijk. Maar toch, zijn er niet veel ergere dingen aan de hand?
Ik moet denken aan de blog van het andere Damesmeisje over de walvis, over hoe de ene grote golf de andere inhaalt en overspoelt.
Plots doemt een beeld op, een krantenfoto van een tijd geleden.
Dat zeepaardje in innige dans, dáár zouden we ons druk over moeten maken.