Het lijkt wel alsof er een zucht van verlichting door het land trekt.
De mensen zien er vrolijker uit en zoeken het buiten.
De planten doen massaal hetzelfde.
Zelfs de katten komen uit hun winterslaap.
Ik sta in mijn tuin en moet ook zuchten.
De groene vingers jeuken, maar wat te doen?
Deze tuin vol bomen heeft een volkomen eigen wil.
Vroeger, in Noord Holland, sloeg alles wat de grond in ging meteen aan.
Hier is dat maar de vraag. Alles kwart en doet moeilijk.
De overburen hadden mijn geklaag vorig jaar meewarig aangehoord.
Paardemest was hun remedie.
Een appje, en de overbuurman staat al met een shoveltje voor de deur.
‘Waar zal ik het gooien’, vraagt ie.
Even later ligt er een grote hoop op onze betonnen achterbinnenplaats.
‘Dat was vroeger een mestplaat’, vertelt de overbuurman.
Weer wat geleerd.
Aan de slag, met klompen aan, mestvork, schep, kruiwagen.
Het is zwaar werk, de klevende kluiten paardemest laten zich niet goed losspitten.
Met plastic handschoenen aan verkruimelen gaat beter.
Niet veel later is de eerste kruiwagen verwerkt.
En de eerste border bedekt.
Het is nu afwachten wat de komende maanden gaat brengen.
De tuin en ik, samen in een groene lockdown.