De geruchten gingen al rond in het dorp: we hebben een nieuwe buurman.
Op deze prachtige warme lenteochtend staat ie plotseling op het kippenweitje van de overleden buurman.
Hij komt uit Rotterdam, vertelt ie, en zat altijd op de grote vaart.
Al 16 jaar woont ie in de buurt, hij moest door omstandigheden verhuizen.
Nog even dacht ie aan de Randstad, maar nee, de stilte en de ruimte…
Al die niet-Friezen.
Op de hoek een Brabander die ook in Polen woont.
Drie huizen verder iemand uit Wezep. Is dat Gelderland?
Een Amsterdammer en een Limburgse, wij dus.
Aan de andere kant om de hoek die Rotterdammer.
Kan het dorp dat wel aan, al die nieuwigheid?
In de middag gaan we een ommetje maken in de buurt van Kornjum en Jelsum.
Pittoreske dorpjes onder de rook van Leeuwarden.
Hier lijkt het wel alsof de omgeving is ontploft.
Overal lopen, fietsen, skaten mensen.
De stille ruimte van het Friese platteland is ver te zoeken.
Waar komen al die mensen plots vandaan?
Letterlijk uit het veld geslagen rijden we terug naar huis.
Er bekruipt ons een schrikwekkende gedachte.
Wat, als iedereen nu eindelijk heeft ontdekt, hoe mooi het hier is?
Corona wordt bedankt.
