KANTELJAAR

1971 was een kanteljaar, aldus de Poppresentator. De vorige keer in M vertelde hij over de singersongwriters, die hun leven publiekelijk begonnen te maken in hun liedjes. Maar ook het schrijven van zoetige nummers in de soulmuziek was passé. Er was zoveel gaande in de wereld en dat moest bezongen.

Mother, mother
There’s too many of you crying
Brother, brother, brother
There’s far too many of you dying
You know we’ve got to find a way
To bring some loving here today, yeah

Welke kant gaat het op na het kanteljaar 2020? In onze blogs worden de verschillen tussen dorp en stad steeds groter, zegt het andere Damesmeisje aan de telefoon. Mij is dat ook opgevallen. De dreigende druk in de stad, de onmacht en wanhoop van mensen is voelbaar in de Amsterdamse teksten. Hier bespreken we met elkaar hoe het kan dat het ijsbaantje op het dorpsplein niet goed bevroren is. En vertelt onze Jonge Buurvrouw enthousiast in hoe de zeedijk al generaties lang dé plek is om naar toe te gaan met je sleetje.

Terwijl de Poppresentator luistert naar een fabuleus bandje schiet hij vol. ‘Dat je de bas echt voelt in plaats van hoort, dat is te lang geleden’, zegt hij emotioneel.

De Gewone Jongen ziet dat anders. ‘Vroeger, ja toen was een concert gaaf, nu moet je je overal in een gekkenhuis begeven. Ik luister liever thuis’.

De ruime stilte, de weinige prikkels, het gevoel van bestemming, misschien maken die het verschil. In elk geval voor ons.

Geef een reactie