Het schurend geluid van een ijskrabber over de bevroren voorruit. Het scherpe gekraak van stappen over bevroren plassen. Gesmoord kraken van ijs in moddergeulen. En een explosie van brekend ijs wanneer een zwaar voorwerp het ijs verbrijzelt. Een samenvatting van de geluiden vandaag.
Het is een beetje winter, vandaag. Muts op, handschoenen aan. Begeleid door een stralend zonnetje gaan we naar het park. Daar patrouilleren, naast politie en handhavers vandaag ook ME voertuigen. De blauwe auto’s bewegen als logge tanks door de winterpret. Het wordt nu echt koud, in mijn gemoed. Is dit slim om te doen, Amsterdam? vraag ik me af.
Op de terugweg zie ik de Van Baerlestraat geheel geblokkeerd door politie en ME. Ook voetgangers worden gestopt. Ijstijden zonder pret.
Nog niet koud thuis en we stappen in de auto, naast de Geliefde en rijden naar de Ankeveen. Stilte en schoonheid van bevroren plassen en een laag hangende zon. We glijden over bevroren modder en oneindig veel ijssplinters glinsteren in het licht. Marie is euforisch en de tien kilometer rennen door het park allang vergeten.
Ze kijkt naar het grote bevroren water voor zich. Er wordt even nagedacht. En dan neemt ze een besluit. Ik wil iets zeggen maar de woorden stollen op mijn lippen. Ik zie slechts een langzame, vertraagde beweging waarin de hond door de lucht beweegt en zich met een enorme sprong richting ijsvlakte slingert. Met t oorverdovende lawaai van brekend ijs, zakt ze er doorheen. Kopje onder. Spartelende poten die houvast zoeken. Ik sta aan de kant te graaien maar kan er niet bij. Het ijs houdt me niet. Dan is er een grote man met lange armen die de hond grijpt en aan de kant trekt. We staan er allemaal een beetje perplex bij. Marie schudt zich uit en rent alweer verder op. Geen betere tijd dan ijstijd.