IJSPRET

De joodse schrijfster Etty Hillesum schreef dat de liefde voor een landschap iets zegt over je innerlijke gesteldheid. Zij hield van de poesta, weids van buiten, weids van binnen. Wij houden van het polderlandschap, misschien wel net zo weids. De makelaar die ons destijds de woonboerderij wilde verkopen waarschuwde ons echter. ‘Het is nu mei, maar jullie moeten zeker weten dat je hier in de winter ook graag wilt wonen. De meeste westerlingen vinden het dan net Siberië’, zei hij tijdens de eerste bezichtiging. Wij vonden het een onbegrijpelijke opmerking.

Het is vroeg in de ochtend. Bij het omhoog trekken van de blinden kijken we uit over een landschap van een onaardse schoonheid. Rijp op de huizen en de akkers, ijs op de slootjes en langs de randen van de weg. De zon schijnt, alles schittert en lokt. We besluiten lopend boodschappen te gaan doen in Holwerd, zo’n 3 km verderop.

Terwijl we binnendoor op weg zijn, vertelt De Gewone Jongen hoe hij als jongetje graag de bevroren plassen kapot trapte. Vooral het knappende geluid deed het hem. ‘Doe eens voor’, zeg ik. Enthousiast loopt hij naar de kant van de weg, zoekt een grote ijsplas uit en laat zien hoe het moet. Het knapt inderdaad lekker, maar de video-opname kan beter. ‘Kan je het nog een keertje doen? ‘Nee’, zegt De Gewone Jongen, ‘er moet ook nog wat voor andere jongetjes over blijven’.

Geef een reactie