DE NIEUWE MUTANTEN KOMEN

Boven Blije hangt een enorme dreigende, donkergrijze plak. We wagen de gok. Regen striemt tegen de autoramen, maar in de verte wenkt het licht. In Oenstjerk straalt de zon, het is heerlijk buiten, en dat is te zien. Werkelijk overal komen mensen vandaan. Met kinderen, met honden, met zijn twee, soms alleen. In het bos -we zitten hier in de Friesche Wouden- zijn de paden drassig, de varens fris en groen ondanks de winter, de bramenstruiken een kluwen kale takken. Aan de overkant van het bos ligt de oude dorpskern, gebouwd rondom een typisch Fries kerkje op een terp. Hier is geen mens te bekennen, rust, ruimte, corona heel ver weg.

Onderweg naar huis appt Dochterlief. ‘Kijk even terug naar WNL op zondag over corona, nou daar word je niet blij van’. Er blijken steeds meer aanwijzingen dat de nieuwe mutanten van het virus de afweer kunnen omzeilen. Plotseling zitten we in een slechte science fiction film. Dat gevoel wordt nog groter na het zien van de rellen in allerlei steden.

Ik moet denken aan wat columnist Goslinga van Trouw onlangs schreef over de voortdurende coulante houding van de partijen rechts van het midden tegenover de polariserende krachten. Dat heeft geleid tot een politiek waarin niet vertrouwen maar wantrouwen de boventoon voert. De pot en de ketel zijn van positie verwisseld. Het is niet de linkse kerk, het is de rechtse kliek, die zich dit allemaal mag aantrekken. En dat laatste zijn mijn woorden.

Geef een reactie