MUSSEN

De route van vandaag loopt deels langs de Ljouweterdijk en slaat dan links af naar een doodlopende weg richting de Zeedijk. We stappen stevig door, diep gebogen tegen een snijdende wind in, handen diep in de jaszakken. Boven onze hoofden klinkt een voortdurend gegak van grote formaties ganzen. ‘Niels Holgersson’, zegt de Gewone Jongen, denkend aan een favoriet boek van vroeger. Ik probeer snel mijn mobiel tevoorschijn te halen, zodat ik een foto kan maken van de overvliegende vogels. Als altijd ben ik weer te laat.

Terug in Blije horen we op grote afstand een ander vogelgeluid. Het gekwetter van een mussenvergadering in een grote strook kale kornoeljestruiken. Het vertrouwde geluid brengt ons allebei terug naar onze jeugd. Haarscherp herinner ik me hoe mijn vader met een luchtdrukpistool schoot op de mussen in onze achtertuin en in de buurt van zijn ouderlijk huis. Oefenen voor het vogelschieten van de schutterij, zei hij. Mijn stadse Hollandse moeder vond het niks. Zij ergerde zich eraan hoe in het kleine Limburgse dorp werd omgegaan met dieren. Zo sprak ze boeren kwaad aan, als zij hun hond aan de ketting hadden liggen. En ze stuurde haar kinderen met pannendeksels naar buiten om de vogels weg te jaren als haar man het weer op zijn heupen kreeg.

Wat was het ooit gewoon. Waar de mens was, waren de mussen. Nu zijn we opgetogen blij als we ze nog een keertje horen.