Vier uur. We schrikken wakker van een enorme knal. Daarna volgen de knallen elkaar op, vaak ver weg, soms onverwacht dichtbij. We doen geen oog meer dicht, en waarschijnlijk zijn we niet de enigen. Plots klinkt er een constante dreun. Muziek? Ook dat geluid verspreidt zich door het dorp, dan weer hier, dan weer daar. De hele dag knalt het lekker door. Vuurwerkverbod? Nog nooit van gehoord. Maar dat is niet zo vreemd, Piet is hier ook nog steeds erg zwart.
Deze Oudejaarsdag zijn we voor het eerst sinds jaren met ons twee, net als Jongere Zus en Zwager aan de andere kant van het land. Maar gelukkig is er Matthijs gaat door om het jaar mee uit te luiden. Er is veel goeie muziek, er zijn ontroerende gedichten, het is één grote ode aan de onvermoeibare zorgverleners, die de ziekenhuizen en verpleegtehuizen draaiende houden.
Ook de Oudejaarsconference gaat terecht over hen. Maar het doet me deugd dat Youp het ook heeft over het gezeur, het gezeik, over eigen gelijk, hoe zwáááar we het hebben, over al het gepraat op TV en hoe er niemand luistert. Zijn oplossing: een flinke korrel zout. De Gewone Jongen en ik kunnen ons erg vinden in dit advies. We heffen samen het glas -0% prosecco, ja echt dat bestaat- en wensen iedereen een heel gelukkig 2021! Maak het zout!