Het licht. Zeeland

Als Marie en ik over het nog onbekende strand rennen, zet een stralende, over de duinen opkomende zon het landschap in lichterlaaie. Dramatische zwarte wolken hangen boven de woeste zee. Zeeland. Ooit sloeg de stormvloed een bres in de duinen, hier dichtbij. Nu is er het geruststellende, mooie en vreemd genoeg warme licht.

Het begeleidt ons op deze kerstdag. Bij het geven en ontvangen van de cadeautjes die uitgestald liggen onder Kees’ schamele voeten. Opj de strandwandeling die eindigt bij een strandtentje dat warme chocolademelk met rum en slagroom uitvent. Bij het bereiden van de Indische maaltijd, nog weer later in de middag. De diverse bumbu’s staan te pruttelen, de uit de pannen stekende serehstrengels herinneren me opnieuw aan mijn moeder en de kampongbeelden die zij schetste. Het licht is er als ik de brieven lees die we bij deze gelegenheid voor elkaar schrijven. Gezien worden, begrepen worden. Het licht verwarmt ons.

Als ik aan het eind van de avond me op de bank vlei en de stemmen van onze spelletjes spelende kinderen uit de keuken hoor, daalt een grote rust en warmte over me heen. En vanaf de schoorsteenmantel schijnt een speciaal lichtje voor mij voort.