Mijn eigen Kerstklus begon met een sponsorloop voor een begraafplaats in India in de zomer van 2002. Een aantal mensen liep enthousiast mee en wilde graag weten hoe het verder ging. Gevolg: het eerste Kerstbriefje. De jaren daarna bleven het korte briefjes, maar vanaf 2005 begon de Kerstbrief te groeien tot zijn huidige vaste vorm van 4 bladzijdes. Het schrijven ervan voelt steeds meer als een ambacht. In die zin voel ik me erg verwant aan mijn vader. Het is al 35 jaar geleden dat hij overleed, maar rond Kerst is hij altijd dichtbij. Híj stond ingespannen te figuurzagen, ík zit ingespannen te schrijven. Net als bij het maken van zijn kerststukjes staat of valt alles met een goede voorbereiding. De Kerstbrief kent zo zijn tradities, net als de feestdag zelf. Er zijn vaste rubrieken, die veel uitzoekwerk vergen. Passende quotes en gedichtjes, een overzicht van belangrijke overledenen, de persoon van het jaar bij Elzeviers Weekblad en Times Magazine, de gebeurtenissen in de wereld en dichtbij. Het zijn als het ware omtrekkende bewegingen, voorafgaand aan het daadwerkelijke schrijven van de brief zelf, altijd eindigend met een persoonlijke noot voor elke ontvanger.
De Kerstbrief 2010 nodigde mensen uit om een persoonlijke Music Hall of Fame samen te stellen à la de Top 2000. Dat resulteerde een half jaar later in een heuse cd. Ik moet hieraan denken terwijl ik met behulp van Wikipedia de overzichten 2020 maak. Beginzin en hoofdthema beginnen zich te vormen. Lichtpunten, daar zal het over gaan. En muziek in tijden van corona.