De lieve vriendin uit Noord stuurt me een filmpje van een project op een BSO. ‘Samen’. Hartverwarmende beelden van kindjes en hun juffen en meesters die, vanuit allerlei locaties, zingen. Over waarom nu ‘niet samen,’ en hoe je toch samen kan zijn. Over solidariteit, over zorgdragen voor elkaar. Een van de vele initiatieven op scholen om kinderen te helpen deze gekke tijden te begrijpen.
Later lees ik in mijn IJslandse boek (On time and water, A.S.Magnason) een hoofdstuk over onderwijs. Dit dient altijd ‘hoger’ doel. In de Middeleeuwen vond onderwijs plaats in kloosters en andere religieuze plekken en diende een ‘God’ of Godsdienst. Later werden machtshebbers en naties de ‘goden’. In ons kapitalistisch tijdsgewricht is ‘de vrije markt’ een nieuwe ‘God’ geworden.
Maar nu, door bedreiging van de menselijke soort door virussen en ziektes, smeltende ijskappen, verzurende oceanen en oprakende grondstoffen, dient zich een andere ‘God’ aan. Opleiding moet nu een hele generatie voorbereiden op hoe te overleven op een uitgeput rakende aarde. De speerpunten waarop onderwijs gericht zal moeten zijn veranderen radicaal. en daarmee de eisen die aan kinderen gesteld worden.
De kersverse oma die ons gisteren bezocht, vertelt ons dat haar vak, het Frans, nooit meer wordt gekozen. Het sterft uit. Als de keuze voor een taal gemaakt wordt, is het Spaans, Russisch of Chinees. Geen Frans. Dat is iets uit een ander tijdperk.
Treurnis welt op. Over een poosje zal er, op de Fransen zelf na, niemand meer zijn die de gedichten van Verlaine kan lezen, geen Proust meer in t Frans.
De IJslandse geleerde vraagt zich af welke vakken er nog wel onderwezen zullen moeten worden. Techniek, uiteraard. Ethiek? Hard nodig om lastige beslissingen te nemen die er aan zitten te komen. Poëzie en oude teksten? Laten we die er in ‘Godsnaam’ in houden. “Because poetry is the silver thread of the human spirit, without it, human existence is unthinkable”.
