Grote beer

Het is een koude, heldere nacht. Vertrouwd staat de Grote Beer aan de noordelijke sterrenhemel en waakt over de slapende Damesmeisjes. De een in de caravan, de ander in het busje. Zelfs hond Marie draait zich tot een klein balletje om warm te blijven.

Het zal een prachtige dag worden. Een lucht vol zachte pasteltinten en een bemoedigende zon. De Damesmeisjes gaan voor t eerst weer uit wandelen. De enkel van het ene meisje is dusdanig hersteld dat ze de tien kilometer langs het riviertje naar het volgende dorp aan kan. We lopen, praten en kijken. Een stroom van gedachten, associaties en plannen komt op gang. Ons ‘to do lijstje’ groeit.

Wat ben ik blij met deze dag. Dit bezoek aan de noordelijke weilanden, even weg uit het stedelijke Corona isolement. De geur van de zee. De frisheid van pas gewassen lakens wapperend in de wind.

Op de weg terug naar het westen, met de oude zee aan mijn linkerhand, vangt mijn blik berichtjes op van de telefoon. Een bede van de enige reddingsboot die nog vluchtelingen kan redden op de Middellandse zee, de “Open arms”. Een moeder wiens baby overboord slaat smeekt om hulp.

En dan het berichtje van de geboorte van een nieuw kindje in onze ’vrienden-familie’. Het slapende roze gezichtje van het deze nacht geboren meisje, in het sterrenpakje van haar vader, 33 jaar terug in de tijd.

Moge de Grote Beer over je waken, lief meisje, een lang leven lang.