Ongewone vrijdag

11 december. Deze datum leidt me terug in de tijd. Toen ik twee en een half jaar oud was, verhuisden we van Amsterdam-Oost naar de zandvlakte in west, wat later Slotervaart zou gaan heten. En daar werd al snel mijn broertje geboren. Ik herinner me het witte, mistige licht van die december maand. Een wiegje in een kamer die ik nooit eerder had opgemerkt. Mijn wereldje was nog zo klein. Mijn eigen kamertje, de slaapkamer van mijn ouders en beneden, keuken en woonkamer. Nu in ene bleek er nog een kamer te zijn in mijn wereld.

Hij sliep. Heel veel. Ik herinner me hoe mijn moeder hem wakker probeerde te maken. Om hem te voeden, te verschonen. En dat ze ongerust was. Waarom slaapt hij zoveel? Ze leek zich afgewezen te voelen door dat alsmaar slapende kindje.

Het is nooit goed gekomen met dit jongetje. Het minste wat ik kan doen is aan hem denken, op de elfde december. Voor altijd een ongewone dag.