Oh dennenboom..

Ik lees een dun boekje over een groot onderwerp. “ Het grote wereldtoneel” door Philipp Blom. Over de kracht van de verbeelding in crisistijd.

Ik doe er lang over en herlees de pagina’s meerdere keren voordat ik verder kan. Verontrusting en verwondering wisselen elkaar af. Onze ‘best mogelijke wereld’ van relatieve vrede en welvaart, waarvan we alsmaar meer willen hebben. Die ondertussen echter afbrokkelt, zowel politiek als qua biodiversiteit, milieutechnisch en moreel.

Soms denk ik dat de pandemie een zegen voor de wereld is, als je het geheel beschouwt. Wij mensen zijn er met te velen, daarover zijn we het eens. Maar we zijn er nu eenmaal. We drukken al het andere leven weg. Blom noemt de cijfers op, je word er moedeloos van. Door ons meer koest te houden, ons minder te verplaatsen verbruiken we iets minder grondstoffen, die er feitelijk al niet meer zijn. De aarde kan een heel klein beetje herademen.Het is cru. Als wij stikken heeft de aarde meer lucht. Geen 30 voetbalvelden oerbos per minuut in de fik. En ga zo maar door.

Over bomen gesproken. Gisteren zag ik een glimp van een treurige kerstbomenplanter. Zeven jaar doet een gemiddeld boompje erover om op de kerstmarkt te verschijnen. Straalt hooguit twee weken en eindigt op straat. De zogenaamde bomen-met-een-kluit. Afgehakte ledenmaten zul je bedoelen, met weinig overlevingskansen. Slingers en engelenhaar doen het zielige boompje vervolgens nog meer schade. t heeft overigens al zoveel gif over zich heen gehad dat kerstbomenkwekerijen dodenakkers zijn geworden. Geen insect of vogel meer in de buurt.

Adopteer eens een boom, zou ik zeggen. Graaf hem zelf uit en herplant hem of haar. Elk jaar hetzelfde boompje, zodat we weer beseffen dat bomen langzaam groeien en levende wezens zijn.

Op het Witte Huis nemen ze t er nog even van. Apres nous le deluge…