Na een stralende, haast winterse dag, sla ik de krant nog even open.
Ik zit oog in oog met een bizarre foto. Zonder de tekst erbij te hebben gelezen vraag ik me af wat ik zie. Het gevoel van onheil, een onmiskenbaar ‘gutfeeling’, gaat aan cognitief besef vooruit.
De nalatenschap van T. Het zal maar de vraag zijn of het Biden gaat lukken de opoffering van een van de laatste ongerepte natuurgebieden aan de industrie, op te heffen.
Alaska. De toch al zo bedreigde inheemse bevolking. De botte vervuiling van geboorterivieren van de wilde zalm. De lelijkheid, de grofheid van ongebreideld winstbejag. We zagen het met eigen ogen. Zijn de tranen die Greta Thunberg huilt over het lot van de ijsberen niet die we allemaal met haar zouden moeten plengen? In plaats van haar als ‘Asperger’ weg te zetten, dus ongevaarlijk?
In de IDFA documentaire ‘White Cube’ huilt de kunstenaar/activist Renzo Martens bittere tranen van machteloosheid en gene als hij midden in een bewustwordings project (‘Enjoy poverty’) op een Afrikaanse plantage door de eigenaar Unilever bij kop en kont gepakt wordt en eruit geknikkerd. Uiteindelijk wint solidariteit en kunst het van winstbejag en onderdrukking (CATCP) Een hoopvol teken.
We zien Ulay op de dit weekend geopende overzichtstentoonstelling in het Stedelijk (Ulay was here) tranen van pijn en frustratie huilen, maar ook van troost als hij een enorme cactus omhelst in de video ‘Pink pain’.
We hebben met zijn allen heel veel redenen om tranen te laten.
Maar, wat hoopvol is, ’t lucht altijd op.
Voor Charlotte