Casa azul

Een vlucht watervogels trekt mijn aandacht. Voortdurend van vorm en richting veranderend, een fascinerend schouwspel. Ik kan me deze blik permitteren, rijdend op de stille dijk dwars door de oude zee.

En dan zie ik ze, staan op de verhoogde dijk scherp afgetekend tegen de opklarende lucht. Een grote man en een wat kleinere vrouw, beiden met een koffer en paraplu, hand in hand, uitkijkend op zee. Een iconisch beeld, voorspellend voor wat ik later zal zien vandaag.

Ik ga naar de film. Het andere Damesmeisje heeft me uitgenodigd. Eerst denk ik dat ze een grapje maakt. Dan hoor ik Rutte en De Jonge.

We ontmoeten elkaar in de blauwe Knaus, onze caravan. Een warm weerzien na vier maanden. Ik krijg een zilveren uiltje, voor in de Damesmeisjes kerstboom, die al opgetuigd voor het raam staat. Het symbool voor wijsheid glinstert in het ochtendlicht.

Na koffie, taart en bijpraten rijden we door naar Leeuwarden.

Naar Frida Kahlo.

We zien het blauwe huis waar ze opgroeide en wat Diego Rivièra later van haar ouders kocht. Diego, de grote, dikke flamboyante man en de kleine, bescheiden vrouw in traditionele kledij. Op een schilderij uit 1931 staan ze afgebeeld, net na hun huwelijk. Na de scheiding ging Frida opnieuw in het blauwe huis wonen en schilderde er ontelbaar vele zelfportretten, dikwijls vanuit haar bed. Casa azul herbergt de ziel van Kahlo. De Mexicaanse identiteit, haar geschiedenis en haar pijn. Niet eerder schilderde een vrouw haar pijn zo letterlijk en indrukwekkend als zij het bloed van haar miskramen, gutsend uit haar lichaam, weergeeft. De pijn verbeeldt door nagels in haar vlees geslagen. Chroniqueur van haar leven. Met alles wat daarin was.

Is het daarom dat de Damesmeisjes, ieder voor zich, zo gefascineerd zijn door haar, lang voor de tijd dat ze een icoon werd, afgedrukt op tassen en t-shirts? Doen wij, op onze bescheiden wijze, ook niet zoiets. Onze tijd en belevenissen vastleggen? In onze Friese denktank. Vanuit de blauwe Knaus?

Onze casa azul.