De zon straalt door de wereld. Wandelweer! Met een dikke jas aan, vest en trui eronder, gaan we op weg naar het gehucht Hegebeintum. Daar ligt de hoogste terp van Friesland. Witte wolkenpartijen zeilen door de lucht. Alles is groen, vruchtbaar, weids. In een enorme akker met polletjes frisgroene klaver graast verspreid een kudde schapen. Als altijd imponeert de stilte. Geen mens te bekennen, 1,5 meter afstand houden is hier een lachertje, het coronavirus verwaait onmiddellijk in de grootsheid van het landschap. Bij Hegebeintum lopen we een rondje rond de terp met kerk, een idyllische plek. Onderweg keuvelen we over hoe het is om weer samen op pad te zijn, na 10 maanden gedwongen stilstand. En of we het in onze jeugd al wilden, zo wonen in de eenzaamheid. Thuisgekomen reken ik op Runnersworld de afstand uit: 5,5 km.
Het gaat steeds beter met mijn voet!
’s Avonds, tijdens het kijken naar de film 45 Years, denk ik terug aan onze wandeling. Een week voor hun 45-jarige huwelijksfeest ontvangt de man een brief. Het lichaam van zijn eerste geliefde is gevonden in het ijs van de Zwitserse Alpen waar zij begin jaren 60 vermist raakte. Het plotselinge bericht verstoort de harmonie tussen de echtgenoten. Het verhaal speelt zich af in een prachtig landschap. Vogelgeluiden, groen, weggetjes met fluitenkruid. Maar daar houdt de vergelijking met vandaag gelukkig op.