Vandaag begon met Matthijs van Nieuwkerk. Tot laat in de nacht van gisteren. Met een oude en veel jonge Stones, en The Beachboys. En een hoop heavy metal, wat in mijn oren niet zo ‘heavy’ is als de huidige vorm. Heerlijk. De nacht van de popmuziek.
Ik denk aan het andere damesmeisje en verwacht vanmorgen een blog over haar idool, Matthijs.. Maar ze schrijft over een andere liefde: haar vader en zijn zelfverzonnen woorden. En over Sinterklaas. Ontroerend.
Later op de dag bel ik met mijn Ierse vriendin. Jeugdliefde en paardenmaatje. Ze is pepernoten aan het bakken. Geen Sint in de buurt, de herinnering brengt haar in beweging. We hebben ooit surprises voor elkaar gemaakt.
Ze komt, lang geleden, nieuw aan op mijn middelbare school. Met haar vriendinnetje, althans dat neem ik aan. Zij en dat andere meisje hebben immers dezelfde blauwe jurkjes aan, met een kraagje. Keurig. Terwijl ik een nep leren minirok draag.
We raken onafscheidelijk. Als ik het gelijknamige boek van Simone de Beauvoir lees, herken ik veel van de vriendschap tussen Simone en haar ‘Zaza’.
In de Ierse variant ‘lockdown ‘op het platteland, is de vriendin op zichzelf teruggeworpen. Ze mag zelfs niet naar haar ‘studio’ , 5 minuten verderop. Terwijl ik in alle vrijheid sta te werken in mijn atelier. Aan een schilderij over mijn puberjaren, in mijn moeders huis. We zijn daar vaak samen, de vriendin en ik. Mijn moeders gastvrijheid omarmt haar. We roken daar onze eerste sigaret, we drinken de eerste sherry’s en praten over het leven.
Alles is in harmonie. Tot de vriendin gaat verhuizen. Naar Amstelveen, of all places. Een paar jaar lang fietsen we heen en weer en runnen samen een manege in Bovenkerk. Waar we als tegenprestatie mogen paardrijden zoveel we willen en bovendien lekkere broodjes smeren in de kantine. Maar mijn thuis in Slotervaart is stiller geworden.
Vriendschap. Niet te missen.
Work in progress ‘mijn moeders kamer II’ (detail)