De oester

In mijn boek ‘Gift from the sea’ ben ik bij ‘de oester’. Lindbergh bekijkt het gevonden exemplaar nauwgezet. Bepaald niet uniek, je komt ze veel tegen. Ook op mijn strand. Echt mooi zijn ze niet. Maar allemaal anders. Sommige zijn glad en strak. Andere hebben knobbels en schelpjes. Kleine uitbouwtjes voor andere zeewezens.
De oester symboliseert voor de schrijfster gerijpte liefdesrelaties. Verliefdheid, samen bouwen aan een gezin en een maatschappelijk positie zijn voorbij. Het familiehuis raakt leeg. De jonge bewoners vertrekken. Voor een eigen leven. De ouders blijven achter in een fort dat zijn tijd heeft gehad. Als een oester met schelpjes op de rug aangespoeld op ’t strand. Leeg.
Is deze lege schelp de inzet van verval, de naderende dood? Of zijn ervaringen in deze periode, tekenen van overgang naar een volgende fase, een groeistuip? Zoals die in de puberteit? Wat kunnen we leren van deze gevoelens, in plaats van ze vermijden, verdoven of ervan in paniek te raken? Onze schrijfster haalt Virginia Woolf aan, die met een zucht van verlichting schrijft: “Things have dropped from me. I have outlived certain desires..I am not so gifted as at one time seemed likely. Certain things lie beyond my scope. I shall never understand the harder problems of philosophy. Rome is the limit of my travelling…”.
Misschien is de middelbare leeftijd de tijd bij uitstek om schelpen af te schudden. De schelp van valse ambities, van materiële wensen, van ’t ego en diens bewapening,
Ik moet aan ons afgelopen weekend denken. Ouders met hun volwassen kinderen lopen drie dagen door de natuur, met hun eigen last op de schouders. Lossen hun eigen ongemakken op, betalen hun eigen rekeningen. Niet meer de unieke en intieme  ouder-kind verhouding. Meer als volwassenen onder elkaar. Dat geeft pijn. Scheidingspijn van die intieme schelp, die ouders met hun kinderen bewonen.
“Perhaps one can at last in middle age, be completely oneself. And what a liberation that would be!”
Ik denk aan ‘mijn’ oester,  het werkje dat tentoongesteld is in Museum De Fundatie. Een gevonden oester, een leeg huis, hergebruikt voor een ander doel. Een nieuw begin. Hoe dierbaar is me dat.