Ik zit aan mijn serene tafeltje en kijk naar buiten. Het mossige grasveld onder de fruitbomen verandert langzaam in een gele lappendeken van bladeren. Een groepje merels, ik tel er zes, doet zich tegoed aan de resten van de perenboom. Sommige peren liggen half vergaan op de grond, andere hangen aangevreten nog aan een tak. Zelf neem ik af en toe ook een sappig peertje van eigen oogst. Dat doe ik tussen ons schilderwerk door. Wat moet je anders tijdens een gedeeltelijke lockdown? Nou ja, dit Damesmeisje weet wel veel beters te doen, maar ze wil niet zeuren, de klus moet af. En een klus is het. Nog nooit kozijnen gezien met zoveel richeltjes en randjes. Wie bedenkt zoiets? Zoet staan we naast elkaar te kwasten, soms een kreun als de gebukte rug weer omhoog moet of gemopper als een druppel verf een eigen leven wil leiden. Aan het einde van de middag is veel bereikt, maar nog niet alles. De badkamerdeur is nog ongeverfd, de voegen van de tegelvloer in het toilet moeten aangepakt, de verrotte vloerdelen in het gangetje moeten gerepareerd. Maar anders dan in de rest van Nederland zijn de richels en randjes hier eindelijk onder controle.