Dorhouter

Zondagochtend. Krantje lezen, kop koffie, gezellig samen op de bank. Wachten tot het 12 uur is, dan gaat de bouwmarkt open. Daar blijkt het veel drukker dan verwacht. De parkeerplaats staat bijna vol. Geen hemel te bekennen binnen. Koortsachtig zoek ik mijn mondkapje, een mooie zwarte. Voor mijn ogen doemt een hoopje stof op, liggend op mijn computer. En een pakje met meer verantwoorde mondkapjes op de keukentafel, klaar om in de auto te leggen. De Gewone Jongen doet triomfantelijk zijn bondkapje op, ik loop ongemaskerd achter hem aan de bouwmarkt in. Voor het eerst voelt dat ongemakkelijk. Plotseling zijn de rollen omgedraaid. Eerst een paria met, nu een paria zonder. Hoe snel kan iets veranderen. Tot nu toe ontsprong Friesland de coronadans. Maar het gebied waar we wonen kleurt nu langzaam rood. De cijfers lopen op. Net als de discussies. Premier Rutte vergeleek Nederland van de week met een borduurwerk van 17 miljoen steekjes. Waarmee hij wilde zeggen dat honderden kleine missteken -lees corona-ontkenners – in zo’n groot werk minder opvallen dan één grote missteek. Aardige metafoor, zeker voor de alsmaar bordurende Damesmeisjes. Maar deze levenslustige dorhouter overtuigt het niet. Bevrijd ons alstublieft van al die discussies op TV, in de niet te vermijden talkshows, op Radio 1, tussen ons allemaal. Iedereen verplicht een mondkapje snoert letterlijk en figuurlijk iedereen de mond. Heerlijk!