Reizen van binnen

De digitale bezoeker laat me haar tekening zien. Op een groot vel papier staat een vrouwenfiguur, wijdbeens en in verkort perspectief, getekend in houtskool. In haar handen houdt ze een pistool schijnbaar op de kijker gericht. De loop lijkt uit het platte vlak te steken. Aan haar arm bungelt een keurig damestasje.

Het beeld blijft me de verdere dag bij. Ook als ik na het werk nog even het atelier in duik om aan mijn laatste schilderij te werken. Ik pas de horizon wat aan, voeg her en der nog wat kleur toe en fixeer de krijtstrepen waarmee mijn vrouwenfiguur gebonden lijkt te liggen.

Hoe is die op mijn doek verschenen, vraag ik me af

?

Vrouwen en hun geschiedenis.

Soms is er meer dan je kunt waarnemen.

De vrouw op mijn doek heeft zich gewikkeld in een deken uit de hoogste bergen. Ze is in winterslaap. De koude om haar heen deert haar niet. Er is immers altijd die gloed.

Ze droomt over warmte, bloemen, de natuur. Ze loopt opnieuw over die bergpaadjes. Ze rent verder over het strand met meerdere honden aan haar zijde. Moeiteloos doorkruist ze het wad. Naar de eilanden. Noordwaarts gaat het. In alle windrichtingen.

Een van mijn ‘oude’ moeders vertelde me ooit, in het bergland aan het meer waar we in het ijskoude water sprongen, over ‘reizen van binnen’. Wat ze steeds meer doet. Ze ziet hoe ze later in haar schommelstoel zit en reist van binnen. Naar het meer, naar het koude water. Naar ons die voor haar zitten. Ik voel haar hand op mijn schouder.

Is dat niet prachtig?