Het regent als ik wakker wordt. Grijze wolken hangen laag en zwaar over de natte stad. In het park zijn mijn schoenen al snel kletsnat. Voor Marie maakt het niet uit of de wolken donker zijn. Zwemmen of ravotten door het natte gras. We komen de lieve hondenoppas tegen. Een uitbundige begroeting. Nat en puur hondengeluk.
Thuis lees ik de krant. Het nieuws voelt als de zware, natte wolken.
Er schijnt zoiets te bestaan als COVID long. De chronische nasleep. Neurologische klachten die niet weggaan, zelfs erger worden. Een leger van gehandicapten.
Een artikel over andere gevolgen van Corona. Democratie als het, mijn inziens, grootste slachtoffer van de pandemie. Een opsomming van staten die de crisis hebben aangewend om de democratische beginselen op te schorten of te wijzigen. Met als enig lichtpunt Belarus. Daar waar wanbeleid rond Corona het politieke protest versterkte en uitgroeide tot een massale roep om verandering.
En natuurlijk de berichten over de toestand, of vermeende toestand via Trump. Nieuws of nepnieuws van linker of rechterzijde. Wantrouwen gecreeerd door persoon in kwestie. Meer aandacht is het hier niet waard.
Tenslotte, vanavond op de bank met Marie luister ik een podcast, van De Correspondent. Over de Verenigde Staten. Voorbij de democratie, nu geregeerd door een stelletje boeven (kleptocratie) en op weg naar een autocratie.
Buiten onweert het. Binnen luidt de noodklok. “Op het stembiljet staan niet langer links of rechts, progressief of conservatief. Trump of Biden. Op het stembiljet staan de verkiezingen zelf”.
Heel donkere wolken pakken samen boven de wereld.