Wollig

Ik kocht onlangs een nieuwe trui. Een donker blauwe. Blauw, het nieuwe zwart. Van gerecyclede wol, bleek toen ik het labeltje nader bekeek. Dat maakt de aankoop meteen een stuk verantwoorder.

Na het lezen van een onthutsend artikel ben ik anders over wol gaan denken. In Australië, de grootste wolproducent, worden schapen systematisch mishandeld bij het scheren. Die wol verdwijnt naar de goedkope merken die in al onze winkelstraten te vinden zijn. Bloed aan je oh zo leuke truitje.

Wol gaat heel lang mee. Zo’n 80 jaar. Een gek idee. De kindertruitjes van mijn moeder zouden nog kunnen bestaan en gedragen worden. Als ze bewaard zouden zijn. Maar dat gebeurt niet. Die miljarden schapen maken wol en die moet verkocht. Wij worden aangespoord om alsmaar nieuwe kleding kopen. Dat noemen we ‘economie’.

Van onze AI en duurzaamheidsdeskundige horen we bevestigd dat het echt zo langer niet kan. Dat het 1 minuut voor 12 is, maar we zien het niet. Te dichtbij de ramp om het waar te kunnen nemen.

De enige manier om de schade te beperken is, in ieder geval in Europa, alle voedsel productie in zee en het land beschikbaar voor de mensen. Terug naar het eten van schelpdieren en wieren, zoals de oermens die aan de kusten leefde. Wij in Normandië doen graag ons best.

In Afrika zullen de dieren juist wel los rondlopen. Vlees is de belangrijkste eiwitbron daar. Er groeit verder weinig.

Van alle dieren is slechts 5 %wild. De rest is gedomesticeerd en onderworpen aan onze wil. Zoals bekend produceren die met zijn allen een enorme CO2 uitstoot. Als het vee er niet meer is, lossen we dat probleem ook een beetje op.

Maar wat heeft dat met mijn nieuwe trui te maken?

Bewaar al je oude wollen spullen. En lever ze in bij bedrijfjes die inmiddels ontstaan zijn om er nieuwe garens van te maken. Benut kunstenaars en designers om iets moois te creeren. Zo gaat je nieuwe aankoop 80 jaar mee.

Of is dat allemaal slechts wollige praat?

wollig